De Coerver methode bestaat intussen meer dan 38 jaar en is bedacht door de Nederlandse trainer/coach Wiel Coerver.

Hij vond dat er onder de toenmalige voetballers een gebrek was aan individuele technische kwaliteiten en dat het voetbal gericht was op het verdedigen.

Tot dan aan toe was er weinig aandacht voor het ontwikkelen van individuele skills. Zijn eerste focus was het aanleren van bal mastery en 1 v 1 skills doormiddel van het aanmoedigen bij spelers om bewegingen en technieken van toentertijd bekende voetballers te gebruiken en na te doen zoals Cruyfff, Beckenbauer en Pele.

De Coerver methode word intussen in meer dan 50 landen toegepast. De methode is erop gericht om het meest effectieve en attractieve voetbal leer systeem te zijn dat er is ter wereld bestaat. Opleiden van voetballers die blaken van zelfvertrouwen en uitblinken in creativiteit en die zowel op als naast het veld beschikken over een sterk en eerlijk karakter.

Dit wordt bewerkstelligt door een combinatie van een positieve en veilige omgeving met uitdagende trainingsvormen, het genereren van interne motivatie, resulterend in effectief leren. Een winnaarsmentaliteit kweken, maar nog niet specifiek gericht op het winnen van wedstrijden maar meer op het aanleren van persoonlijke vaardigheden en ontwikkelen. Zeker in de leeftijd van 6 tot 12 jaar waar de focus ligt op opleiden/ontwikkelen(lange termijn) i.p.v. winnen(korte termijn).

De 5 principes die Coerver hanteert in het coachen/trainen:

​

1. Vaardigheid(techniek) is de basis waarop je kan bouwen in het beoefenen van alle andere delen van het spel

2. De beste leeftijden om de skills te trainen en eigen te maken zijn de leeftijden 7-11 en 12-16

3. Uitmuntendheid vereist inspanning en geplande, doelbewuste oefeningen met een toenemende moeilijksgraad

4. Het succes van het team hangt af van individuele kwaliteiten, handelingssnelheid en de kwaliteiten waarover iemand beschikt in de kleine ruimte met het spelen van kleine oefenvormen zoals een 2 v 2, 3 v 3 of 4 v 4.

5. Bekende voetballers/idolen gebruiken ter voorbeeld.

 

De trainingsopbouw bestaat uit:

1. Ball mastery

2. Eerste aanname, passing en communicatie

3. 1 v 1 aanvallen en verdedigen

4. Snelheid

5. Afronden

6. Partijvormen

​

Focus ligt op:

​

1. Verandering van richting ( bal afschermen en de open ruimte indraaien )

2. Stop en starts ( ruimte creëren door het gebruik van tempowisselingen )

3. Schijnbewegingen ( ruimte creëren via elke kant van een tegenstander zo dat je kan passeren, schieten en/of passen )

​

Ball mastery draagt bij aan de juiste aanraking, controle en vertrouwen welke effect heeft op alle andere voetbal acties. Zonder een goede eerste aanname en passing is er weinig mogelijk, net als bij de onderlinge verbale als non verbale communicatie.

​

1 v 1 zorgt ervoor dat je balbezit weet te behouden en dat je leert ruimte te creeren voor jezelf en tijd hebt om te passen, dribbelen/versnellen en/of te schieten. Hiermee creëren we zelfvertrouwen en creativiteit.

​

Snelheid met en zonder bal. Acceleratie, reactie, besluitvorming en competitiviteit.

​

Afronden met de juiste focus, timing, durf en verantwoordelijkheid.

​

Partijvormen met compact verdedigen, omschakelen en snelle aanvallen, combinatiespel en teamwork.

​

Spelers worden gedwongen om zowel hun rechter als linkerbeen te gebruiken.